Kindervakantiewerk G.G.H.T.

De ijsprinses die wat kleur in haar leven wilde

Als het ’s nachts donker is en de maan schijnt, dan is de eerste en de meest heldere ster die er fonkelt aan de donkere hemel, de Poolster. Wanneer je deze ster volgt en blijft volgen naar het noorden, kom je in een prachtig koninkrijk waar Koning Winter en zijn vrouw op de troon zitten.
Ze wonen in een prachtig, fonkelend kasteel dat helemaal gemaakt is van ijs. De muren lijken te glinsteren in het zonlicht alsof ze gemaakt zijn van duizenden diamanten. Binnen in het paleis is alles puur en wit. De prachtigste kroonluchters hangen aan het plafond te blinken alsof ze helemaal van ijs gemaakt waren. In de paleistuin is alles bedekt met een deken van pasgevallen sneeuw en bloeien de teerste ijsbloemen.
De koning en koningin waren erg gelukkig en tevreden. Ook de mensen die in dit Winterland woonden waren tevreden. Ze waren gewend aan de koude en droegen dikke winterjassen en gebreide mutsen en sjaals van de mooiste witte wol.

Was iedereen dan blij en gelukkig in het koninkrijk van koning Winter? Bijna iedereen. Alleen één meisje was helemaal niet zo blij. Iris was de dochter van de koning en de koningin en dus de IJsprinses.
Iris had alles wat haar hartje maar kon begeren: de prachtigste jurken van de zachtste stoffen, het leukste speelgoed, bedienden die altijd voor haar klaar stonden en een heleboel speelkameraadjes. En toch voelde Iris zich vaak verdrietig.
De koning en de koningin maakten zich zorgen om hun dochter. Waarom voelde dit meisje zich zo bedroefd, terwijl ze zo veel had om blij van te worden.

Op een mooie dag, terwijl de zon glinsterend op de ijsbeelden in de tuin danste, staarde Iris weer verdrietig uit het raam. Haar moeder liep naar haar toe en sloeg een arm om haar heen. “Wat is er toch met je aan de hand mijn lieve dochter van me?”, vroeg ze met bezorgde stem.
Iris keek naar haar moeder met grote verdrietige ogen en weer naar buiten en ze zuchtte eens diep. Iris vertelde: “Mam, ik wil niet zeuren en ik weet dat ik het heel goed heb hier in dit kasteel en in dit land, maar…..”. Haar moeder keek haar vol verwachting aan en knikte naar haar dochter, zodat ze verder vertelde.
“Maar alles is hier zo wit.” Vervolgde Iris. De koningin keek naar Iris met een vragende blik en Iris ging verder met haar verhaal. Ze gebaarde om zich heen en zei: “Het kasteel is wit, de meubels in het huis zijn wit, de tuin is wit, alle bloemen in de tuin en de beelden, allemaal wit. De borden op de tafel, het bestek, alles wit”.
En zo kon ze nog wel even doorgaan, want ook alle jurken van Iris en haar moeder waren wit en de koningsmantel en kroon van haar vader waren ook helemaal wit. Zelfs de haren van Iris waren zo blond, dat ze wel wit leken.

De koningin keek haar dochter onderzoekend aan. “Waar komt dit nu zo ineens vandaan, Iris? Alles is toch altijd wit geweest hier in het koninkrijk van de Winter?” Hoe kon Iris weten hoe het ook anders kon zijn. Iris keek haar moeder aan. Was zij vergeten dat Iris een paar maanden geleden een tijdje bij haar oom en tante had gelogeerd? De oom en tante van Iris waren ook koning en koningin. Niet van het land van de Winter, maar van een land waar het altijd wel voorjaar leek te zijn, het land van de Lente. Die oom en tante hadden ook een dochter, ongeveer net zo oud als Iris. Tijdens haar logeerpartij hadden Iris en haar nichtje Flora veel met elkaar gespeeld in de bossen bij het kasteel.

In het koninkrijk van de Lente waar Flora woont, zijn de bomen prachtig groen en bloeiden er bloemen in misschien wel 100 verschillende kleuren. Tussen die bloemen fladderden de allermooiste vlinders met mooie patronen op hun vleugels. In  de bomen in het bos tsjilpen koolmeesjes en blauwe gaaien het hoogste lied.
De jurken van Flora en haar moeder waren gemaakt van groen fluweel en versierd met bloemen gemaakt van kleurige lappen stof. De donkergroene koningsmantel was van onder tot boven geborduurd met de mooiste kleuren garen. Op de vlammend rode haren van Flora stond een krans van gevlochten boterbloemen en margrietjes.

Al die verschillende kleuren en geuren die Iris had leren kennen tijdens de vakantie, hadden een diepe indruk op haar gemaakt. Daarmee vergeleken was haar land maar saai. En wit. Zo graag zou zij ook mooie gekleurde tapijten in haar kamer hebben in plaats van allemaal maar witte, een mooie groene jurk, in plaats van alleen maar een witte en mooie gekleurde bloemen in de tuin in plaats van….alleen maar witte.
Al dat wit was natuurlijk best mooi, maar iedereen heeft toch een beetje kleur in het leven nodig. Dat is nu precies wat Iris wilde. De koningin zuchtte nu ook en staarde ook uit het raam. Ze wist dat Iris gelijk had. Een beetje kleur zou niet misstaan in de tuin, in het paleis. Maar ja, ze woonden nu eenmaal in het land van de Winter en daar is alles altijd helemaal wit.  De koningin wist ook geen oplossing.
De koning zag dit allemaal aan en schudde zijn hoofd. Hij snapte er helemaal niets van. Wit is toch een prachtige kleur? Sterker nog: wit is zijn lievelingskleur! Hij vond het prachtig dat alles om hem heen wit was en dat het haar van zijn dochter zo blond was, dat het bijna wit leek. Hij zou niet eens iets anders willen.

Maar ja, hij hield ook ongelooflijk veel van zijn vrouw en dochter, die daar nu samen uit het raam staarden. Van hen hield hij veel meer dan van de kleur wit. Hij keek peinzend uit het raam en nam een ferm besluit. Hij nodigde de allerbeste schilders van het land uit.
De koning gaf de schilders de opdracht om wat kleur te schilderen in het land van de Winter. Maar, zei de Koning met een fronsende blik, niet te veel. Het land moest nog steeds overwegend wit blijven natuurlijk. Een paar rode of blauwe besjes aan een plant en misschien konden er ook best een paar bomen groen blijven. Ook de vogels die in het land van de Winter woonden kregen een beetje kleur. Het roodborstje werd rood met bruin en de ijsvogel kreeg mooie felblauwe veren.
Ook in het paleis werd wat kleur aangebracht. Wandtapijten met blauwe, grijze en donkergroene tinten werden opgehangen en her en der werden mooie rode strikken opgehangen.

Als het nu winter is en de sneeuw lijkt de hele wereld wit te kleuren, dan zie je dat de winter stiekem nog best wel wat kleurtjes heeft. Allemaal om prinses Iris gelukkig te maken.
En de koning, koningin en prinses Iris van het Winterland….leefden nog lang en gelukkig.